Bij een bijstandsgerechtigde uit Tilburg werd €14.000 aan bijstand teruggevorderd omdat hij een ‘dure’ Harley-Davidson bleek te bezitten. De motor is méér waard dan het maximale vermogen dat de man mag bezitten.
Bijstand teruggevorderd
De man uit Tilburg ontvangt sinds 1994 een bijstandsuitkering. In 2016 schrijft hij een blauwe Harley Davidson motor in bij de RDW. Hij is verplicht dit te melden bij de gemeente, maar doet dat niet. De gemeente komt er achter en omdat de man zich niet heeft gehouden aan de inlichtingenplicht, trekken ze het recht op bijstand in en worden de kosten voor de bijstand teruggevorderd. De Tilburger moet volgens de gemeente in totaal €14.267,62 terugbetalen.
Bezwaar tegen beslissing van gemeente
De Tilburger maakt bezwaar tegen de beslissing en de gemeente verlaagt het bedrag tot €2.649,50. Dat is volgens de gemeente Tilburg het bedrag zijn dat de motor méér waard was dan de geldende vermogensgrens, te weten €8.215,- De motor telt als vermogen de gemeente gaat er vanuit dat deze een waarde heeft van €10.864,50,-. De motor, met een bouwjaar 2007, had in 2017 ruim 50.000 kilometer op de teller.
Waarde Harley Davidson
De Tilburger is het nog steeds niet eens met de beslissing van de gemeente. Hij stapt naar de rechter, want hij vindt dat de waarde van de Harley veel te hoog is ingeschat en volgens hem is de motor slechts €7.000,- waard. Ook vindt hij dat de waardebepaling, zoals door de gemeente uitgevoerd, niet berust op een professionele taxatie. De gemeente Tilburg meldt dat de motor niet getaxeerd is, maar dat de waarde bepaald is aan de hand van de gemiddelde vraagprijs van vijf vergelijkbare motoren die op internet te koop werden aangeboden. Hiervan heeft de gemeente het gemiddelde genomen en hierop 25 procent in mindering gebracht. De rechtbank oordeelt dat de waardebepaling in principe wel op deze manier mag, maar dat het gemiddelde bedrag te hoog is. De rechter stelt de gemeente in het gelijk en mag de bijstand terugvorderen. Alleen het te betalen bedrag is lager, namelijk €1.617,-. De gemeente moet de proceskosten betalen.
Bronnen: AD, Deurwaarderscollectief, Rechtbank, RTL,